De unieke set van middelen, capaciteiten, posities en milieuomstandigheden die een organisatie in staat stellen om consistent beter te presteren dan haar concurrenten in de gekozen strategische resultaten.
Dit mag niet worden verward met concurrentiestrategie: een concurrentiestrategie kan leiden tot een concurrentievoordeel en/of de bescherming ervan, maar dit is geen noodzakelijk gevolg.
- Absoluut voordeel – Adam Smith’s theorie dat landen zich zouden moeten specialiseren in de productie van goederen waar ze een natuurlijk of verworven voordeel hebben.
- Vergelijkend voordeel – David Ricardo’s theorie dat landen goederen zouden moeten produceren en verhandelen die zij het best kunnen produceren, ook al zouden zij goederen kunnen produceren tegen lagere kosten dan andere landen.
- Duurzaam concurrentievoordeel – Een concurrentievoordeel dat in de loop van de tijd kan worden beschermd en onderhouden (of gegroeid) omdat ze voor concurrenten moeilijk te kopiëren of te concurreren zijn.