Deze theorie werd verder uitgewerkt door John Dunning en wordt gebruikt om te onderzoeken of een bedrijf klaar is voor internationale expansie. Ze is ook gekend als het OLI paradigma doordat het de volgende 3 peilers nagaat:
- Ownership advantages (voordeel van eigendom). Dit zijn bij voorbeeld het merk, productietechnieken en ondernemersvaardigheden.
- Location advantages (voordeel van locatie). Hiertoe behoren onder andere de aanwezige grondstoffen en regelgeving van het land, zoals belastingen of loonbarema’s.
- Internalisation advantages (voordeel van internalisatie). Vooral wanneer productie niet hoeft te worden uitbesteed maar in huis kan plaatsvinden.